Bij zware regenval kunnen er plassen op het wegdek ontstaan. Deze plassen kunnen er tijdens het rijden voor zorgen dat er aquaplaning optreedt.
Hoe dit gebeurt, wat de risico’s zijn en wat je kan doen om dit te voorkomen met je occasion vertellen we je in deze blog.
Aquaplaning ontstaat wanneer er water op het wegdek ligt en dit water zich ophoopt voor de banden van de occasion.
Wanneer het gewicht van de auto niet voldoende is om dit water te verplaatsen dan vormt het water een dunne laag tussen de banden en het wegdek. Dit zorgt er voor dat de auto (tijdelijk) onbestuurbaar wordt en kan gaan slippen.
Wanneer de occasion door aquaplaning onbestuurbaar wordt kan dit tot gevaarlijke situaties leiden. Het is dus belangrijk om te weten hoe je de kans hierop zo klein mogelijk maakt. Hieronder worden een paar factoren beschreven die invloed hebben op aquaplaning.
Laat rustig je gas los en rem of stuur niet abrupt. Hierdoor zorg je ervoor dat je de controle niet verliest. Trek niet aan je stuur en wacht tot de banden van de occasion weer grip krijgen.
Probeer daarna je weg te vervolgen als je banden weer grip hebben.
De snelheid van de auto heeft de grootste invloed op het aquaplaning. Bij een hoge snelheid wordt het water op het wegdek namelijk veel minder goed afgevoerd en treedt het sneller op.
Naast de snelheid heeft ook het profielpatroon van de banden invloed. Sommige patronen zijn beter geschikt voor het afvoeren van overtollig water dan andere. Wanneer je banden hebt met een profielpatroon wat efficiënter water wegwerkt zal de kans op aquaplaning een stuk kleiner zijn.
Ook de bandenmaat heeft invloed op het aquaplaning risico. Hoe groter het oppervlak dat contact met het wegdek heeft is, hoe kleiner de kans dat aquaplaning optreedt.
Het profiel van je banden slijt naarmate je de auto gebruikt. Hoe meer de banden slijten hoe lager de profieldiepte wordt en hoe lastiger het voor de banden wordt om overtollig water af te voeren. Wanneer de banden van je auto een lage profieldiepte hebben is de kans op aquaplaning groter.
Ook te zachte of te harde banden vergroten de kans. Check dus om de zoveel tijd je bandenspanning. Dit bespaard ook brandstof.
Hoe dieper het water is waar je doorheen rijdt, hoe groter de kans is dat er aquaplaning optreedt. Omdat je vaak niet kan zien hoe diep een plas is voordat je er doorheen rijdt adviseren wij je om altijd je snelheid te minderen voordat je over een wateroppervlak heen rijdt.
In de regel loop je met een lichte auto meer kans op aquaplaning dan met een zware auto. Wees dus extra voorzichtig wanneer je in een kleine auto rijdt.
Aquaplaning komt eerder voor op wegen met een glad wegdek dan op wegen met groeven in het wegdek. Wees dus extra voorzichtig op de snelweg en andere geasfalteerde wegen.
De kans op aquaplaning is groot op wegen waar water zich ophoopt en niet goed wordt afgevoerd. Dit gebeurt vooral op wegen met spoorvorming, waar groeven water vasthouden.
Wegen met slecht afwateringssysteem, zoals verstopte afvoeren, verhogen ook het risico.
Hoge snelheden vergroten ook de kans, omdat banden minder tijd hebben om water weg te drukken. Versleten banden met weinig profiel voeren water slechter af, wat het gevaar vergroot.
Bovendien is het waarschijnlijker bij regen na een lange droge periode, door olie en vuil op het wegdek. Lage gebieden en kuilen waar water blijft staan, vormen ook risicoplekken.
Wanneer er aquaplaning optreedt verliezen de banden van de auto dus grip op het wegdek. Het toerental gaat omhoog en de snelheidsmeter geeft een onjuiste snelheid aan. De auto raakt in een slip en je kunt de auto niet meer besturen of remmen.
Waarom werkt de Elektronische Stabiliteitsregeling (ESC) niet bij aquaplaning?
De ESC werkt alleen wanneer de banden van het voertuig contact hebben met het wegdek. Omdat er bij aquaplaning een laag water tussen de banden en het wegdek ligt kan de ESC niks doen. De ESC kan wel helpen met het herstellen van de situatie wanneer de wielen weer grip krijgen op het wegdek.
Plassen ontstaan meestal aan de zijkant van het wegdek. Wanneer het hard heeft geregend of nog regent, rij dan meer in het midden van de rijbaan om de plassen te vermijden. Mocht je toch door een plas moeten rijden, rij dan in de sporen van je voorganger. Zo hoeven jouw banden een stuk minder water te verplaatsen.
Gebruik verder geen cruise control op gladde of natte wegen. Het kan namelijk nodig zijn om handmatig de snelheid te verminderen in situaties waar dit op kan treden.
Tag: