Rijden met een automaat kan een verademing zijn, vooral in druk stadsverkeer of op lange ritten.
Automatische transmissies nemen het schakelen van versnellingen uit handen van de bestuurder, waardoor het rijden eenvoudiger en vaak soepeler verloopt.
Alleen, voor wie gewend is aan een handgeschakelde occasion, kan de overstap naar een automaat misschien lastig zijn. Hier zijn 10 tips om je te helpen comfortabel en veilig te rijden in een auto met een automatische transmissie.
Zie hieronder 10 tips voor als je voor het eerst in een automaat gaat rijden.
Dit kan handig zijn als je voor het eerst een auto gekocht hebt wat een automaat is, maar zeker ook als je overgestapt bent van een handgeschakelde auto naar een automaat.
Het starten van een auto met automatische transmissie begint met het indrukken van het rempedaal. Dit is een veiligheidsmaatregel die voorkomt dat de auto per ongeluk begint te rijden wanneer je de motor start.
Zorg ervoor dat je het rempedaal volledig indrukt voordat je de sleutel omdraait of de startknop indrukt. Dit voorkomt onverwacht rollen en zorgt ervoor dat de versnellingspook in de juiste stand blijft staan.
Wanneer je de auto parkeert of stilstaat, zoals bij een verkeerslicht, moet je de versnellingspook altijd in de "Park" (P) stand zetten. In de "Park" stand worden de aandrijfassen geblokkeerd, waardoor de auto niet kan bewegen.
Dit is vooral belangrijk op hellingen of bij langdurige stilstand. Het is ook een goed moment om de handrem te gebruiken als extra beveiliging.
Hier nog even de versnellingen kort uitgelegd: P is voor parkeren, D voor vooruit rijden, N is de neutrale stand en met R kan je achteruit rijden.
In de meeste situaties gebruik je de "Drive" stand. Dit is de standaard rijstand waarin de automaat zelf de juiste versnellingen kiest op basis van je snelheid en het terrein.
Of je nu in de stad rijdt of op de snelweg, "Drive" zorgt ervoor dat je soepel en zonder onderbreking kunt accelereren en afremmen. Dit maakt het rijden comfortabeler en minder vermoeiend dan handmatig schakelen.
Als je nieuw bent met het rijden in een automaat, neem dan de tijd om te oefenen in een rustige, veilige omgeving. Oefen met het schakelen tussen de verschillende standen, het starten op een helling, en het gebruik van de handrem.
Dit zal je helpen om comfortabel en zelfverzekerd te worden met de nieuwe rijervaring.
Om schade aan de transmissie te voorkomen, moet je altijd wachten tot de auto volledig stilstaat voordat je schakelt tussen "Drive" en "Reverse". Dit voorkomt onnodige slijtage en zorgt ervoor dat de transmissie soepel blijft werken.
Het is een veelgemaakte fout om te schakelen terwijl de auto nog lichtjes beweegt, wat kan leiden tot dure reparaties op de lange termijn.
Wanneer je stopt op een helling, moet je het rempedaal ingedrukt houden om te voorkomen dat de auto naar voren of achteren rolt.
Hoewel veel moderne automaten zijn uitgerust met Hill Start Assist, dat tijdelijk de rem vastzet wanneer je de voet van het rempedaal haalt, is het toch verstandig om alert te blijven en het rempedaal ingedrukt te houden totdat je klaar bent om te vertrekken.
Zelfs als je de auto in "Park" hebt gezet, is het aan te raden om ook de handrem te gebruiken, vooral op hellingen. Dit biedt extra veiligheid door te voorkomen dat de auto onbedoeld gaat rollen.
Bovendien helpt het gebruik van de handrem om de belasting op de transmissie te verminderen, wat schade aan de auto kan voorkomen.
Automatische auto's reageren vaak sneller op het gaspedaal dan handgeschakelde auto's. Een lichte druk kan al resulteren in een snelle acceleratie.
Daarom is het belangrijk om het gaspedaal geleidelijk in te drukken, vooral bij het starten of bij het wegrijden uit stilstand. Dit zorgt voor een soepelere rit en voorkomt plotselinge bewegingen die zowel de passagiers als de auto kunnen beïnvloeden.
Het is belangrijk om alleen je rechtervoet te gebruiken voor zowel het rem- als gaspedaal. Gebruik je linkerbeen niet om te remmen.
Dit voorkomt verwarring en zorgt ervoor dat je niet per ongeluk zowel het gas- als rempedaal tegelijkertijd indrukt, wat de auto kan beschadigen en gevaarlijk kan zijn.
Let op bij het snel optrekken. Automatische auto's kunnen sneller schakelen als je abrupt op het gaspedaal drukt. Dit kan handig zijn bij inhalen, maar kan ook de transmissie onnodig belasten.
Probeer daarom geleidelijk gas te geven voor een soepelere rit en om de auto langer in goede staat te houden.
Tag: